[IMAGE]
Een Morgan-Queeste van 25 jaar.

John heette hij, John Miller. Een merkwaardige naam voor iemand van Colombiaanse afkomst. We leerden hem kennen op Curacao. In 1971 vertrokken we voor een periode van drie jaar naar Curaçao om in het onderwijs te gaan werken. Duiken werd een passie voor me en na een enerverende duik in een van de prachtige baaien van het eiland, kwamen we vrijwel tegelijk boven: Mijn buddy en ik en John Miller en zijn buddy. We raakten aan de praat en hij zou een keer langs komen. Op een zondagmorgen kwam hij ..... in een van de fraaiste Engelse two-seaters die ik ooit gezien had. Het bleek een Morgan +4 te zijn, de enige op het hele eiland. De vonk sloeg onmiddellijk over en mijn eerste gedachte was: "Zoiets moois wil ik ooit rijden". De maanden daarna moest John regelmatig elders heen en hij liet dan steevast "mijn" Morgan achter. Rijden achter zo'n neus, op zo'n (opblaasbare) zitting, met zo'n stugge vering, zo'n karrewiel van een stuur en dat op zo'n tropisch eiland was elke keer weer een enerverend evenement. Op een gegeven ogenblik moest John voorgoed naar Colombia terug. Ik kon de Morgan kopen. Het lukte niet, gezinsuitbreiding kwam eraan. De auto werd verkocht aan een Amerikaan en de dag erna werd de wagen verscheept naar de States. Maar de Morgandroom is altijd gebleven ....


Een jaar erna kwam een MG-Midget en in '76 keerden we terug naar Nederland. De bedoeling was drie jaar blijven en dan voorgoed naar de Caribbean. De Morgandroom bleef nog steeds. We bleven in Nederland "plakken" en bouwden een nieuw bestaan op. Na "huisje-boompje-beestje" kwam een Triumph Spitfire Mk3: Janice. Clubs, ritten, vakanties naar Engeland met de Spitfire en de Morgandroom bleef. Al snel voerde de tocht naar Pickersleigh Road - Malvern Link en dwalend door de fabriek werd de droom heviger en heviger. Inmiddels waren er in huize Hilgers al vele boeken, modellen en andere Morgan-automobilia verschenen.
28 augustus 1996: Vijfentwintig jaar getrouwd. Niemand wist exact de datum (dachten we argeloos). Door omstandigheden geen feest gegeven. 's Morgens voor dag en dauw (zes uur) stonden pakweg twintig mensen achter het huis met huiskapel en grote manden met alles voor een gezamenlijk ontbijt. Geweldig! Daarna naar school: uit het lokaal geplukt door de directeur en midden op het schoolplein stond (in de stromende regen) een gitzwarte Morgan te wachten. Marijke tussen haar kindertjes uit haar lokaal geplukt. In die Morgan reden we langs oude bekende plekken uit ons verleden en we eindigden in een gelegenheid waar zo'n vijftig mensen op ons zaten te wachten om samen met ons feest te vieren. Het moment waarop ik in de Morgan reed, (die zoals ik achteraf begreep door Hans Pauw uit Maastricht onmiddellijk ter beschikking was gesteld, waarvoor onze grote dank) is onbeschrijfelijk. Rijden achter zo'n neus, op zo'n zitting, met zo'n stugge vering, zo'n karrewiel van een stuur, de stromende regen, waarmee de drie iele ruitenwissertjes veel moeite hadden, de beslagen ruiten, het lage weather-equipment, het zware schakelen en de stoelhandle die in mijn achterste wangen prikte: Kortom een zintuigelijk feest!!
Op gegeven moment zei mijn partner: "Nu wordt het hoog tijd om eens uit te gaan kijken voor een Morgan. Anders kan ik bij een vroegtijdige dood op je graf laten zetten: "Hij had zo graag een Morgan ....!!!" Reeds lang geleden was bepaald dat er een zestiger jaren Morgan moest komen, een "klassieke" Morgan, met grote voorkeur voor één met Triumph TR4 motor, de voor Ferguson-tractoren ontwikkelde motor (voor mij de meest pure Morgan). In 1996 weer naar Engeland en op zoek. Na bezoeken aan de fameuze Prescott Hill Climb en de Classic Car Races van Coys of Kensington op Silverstone en uiteraard wederom de Morgan Factory, verder op zoek. Elke dag zeiden we tegen elkaar: "MORGEN kopen we een MORGAN!" Toch niets gevonden naar mijn zin.
Op een regenachtige zaterdagavond in november '96 zei mijn echtgenote droog: "Ik heb er een gevonden!" Argeloos vroeg ik nog "Een wat .... gevonden?" Een Morgan natuurlijk. Wekenlang had ze "de zaterdagkrant voor auto's bij uitstek" gekocht. Wij, zonder iemand iets te zeggen, naar Leidschendam en daar stond zij ..... Toen de auto onder de (obligaat groene) doek uit kwam sprong dezelfde vonk over als 25 jaar geleden op Curacao. Dan is het moeilijk om "cool" en zakelijk te blijven. De kleurencombinatie was wel erg heftig: Zilver met rood. Met mijn laatste krachten kon ik nog redelijk "cool" zeggen: "Ik neem een optie tot volgende week en kom met een "techneut" langs." Want elke keuring was toegestaan". De week erna vertrokken we: Jan Vossenberg, techneut bij uitstek, Sjir Hamers, mijn trouwe vriend en ondergetekende. De auto bekeken, bereden, bevoeld, beklopt en Jan gaf het groene licht. Achteraf hoorden we dat Bill Sondagh en Henri Jansen nog bij een clublid geinformeerd hadden of de koop betrouwbaar was en de auto inderdaad in goede staat was. Onze meer dan gemeende dank. Terugrijden durfde ik niet: Ik was veel te opgewonden. Jan zei alleen maar: KOP DICHT ... RIJDEN. Na Breda alleen in de Morgan terug naar Limburg: een onbeschrijfelijk gevoel. Direct daarna naar de garage van Bill. Na grondige inspectie wilde Bill de wagen gelijk overnemen [voor mij uitgesloten uiteraard] maar een geweldige bevestiging dat de koop in orde was.
Weinig hoefde er te gebeuren aan de wagen. Wat lagers venieuwd. Alleen de grille was mij niet volmaakt genoeg, het al decennia niet veranderde karakteristieke uithangbord van de Morgan moest m.i. vernieuwd worden. Na lang wikken en wegen besloot ik er een gepolijste roestvrijstalen grille in te zetten. Uiteraard direct aangemeld bij de Morgan club.
De naam voor mijn Morgan is er ook al: mijn Morgan gaat Merlene heten. Voor insiders: ook een gazelle.
Nog een prangende vraag rest mij: "Heeft een Morgan +4 uit 1965 nu wel of niet "overriders" op de voorbumper?"
Van John Miller hebben wij elk spoor verloren, maar vaak denk ik bij het zien van mijn Morgan nog aan hem terug. Allebei, Marijke en ik, verheugen we ons enorm op het aanstaande Morgan-weekend in Maastricht, Nederlands Morganstad pur sang, en ik heb de stille hoop dat ik een foto kan maken van Mijn Morgan en Peter en/of Charles er naast.
Louis Hilgers