|
|
|
In de achtergevel van het stadhuis te Venlo, gebouwd 1595 - 1598, staat in
een nis een stenen beeld, bekend onder de naam van het Schinkenmänke. Het is van arduin
en moet een boertje uit vroegere tijd verbeelden. Voor de Venlonaars is het mannetje een
weerprofeet, de kleur namelijk van de steen waaruit het is gehouwen, wordt bij naderend
vochtig weer donker en bij helder weer licht grijs. |
|
Volgens de overlevering zou er in de vijftiende eeuw een grote hongersnood
hebben geheerst te Venlo. Alle voorraden en levensmiddelen waren uitgeput en in de omtrek
van de stad was niets meer te vinden. Er was naar alle zijden om hulp gevraagd, en begaan
met het lot van de smachtende Venlonaars kwamen eindelijk de boeren, van Neer en uit het
Gulikerland opdagen. Zij reden karren met schinken (hammen), brood en graan binnen de
veste en lenigden aldus de grote nood, die er heerste. |
|
Uit erkentelijkheid voor die hulp schonk de magistraat aan die vreemde
boeren het privilege, om vrij zonder betaling van stand of marktgeld, hun koopwaren op de
Venlose markt te veilen, en tot blijvend aandenken aan dat feit werd het Schinkemänke op
de markt geplaatst. |
|
Het beeldje zou dus volgens de overlevering, die het wil terugvoeren tot
de vijftiende eeuw en in verband brengen met een geschiedkundige omstandigheid, die van
elders niet bekend is, een dankbare herinnering aan de hulpvaardige boeren zijn. |